Vertaling van neerleggen
Inhoud:
Nederlands
Duits
leggen, neerleggen, vlijen {ww.}
legen
ik zal neerleggen
jij zult neerleggen
hij/zij/het zal neerleggen
ich werde legen
du wirst legen
er/sie/es wird legen
» meer vervoegingen van legen