Vertaling van neerslaan
Inhoud:
Nederlands
Duits
neerslaan, onderdrukken, smoren, verkroppen, verstikken {ww.}
ersticken
erwürgen
erdrosseln
erwürgen
erdrosseln
ik zal neerslaan
jij zult neerslaan
hij/zij/het zal neerslaan
ich werde ersticken
du wirst ersticken
er/sie/es wird ersticken
» meer vervoegingen van ersticken