Vertaling van neerzetten

Inhoud:

Nederlands
Duits
neerzetten, oprichten, opslaan, vestigen {ww.}
aufstellen
zurichten
herstellen
gründen
aufschlagen
aufrichten

ik zal neerzetten
jij zult neerzetten
hij/zij/het zal neerzetten

ich werde aufstellen
du wirst aufstellen
er/sie/es wird aufstellen
» meer vervoegingen van aufstellen



Gerelateerd aan neerzetten

oprichten - opslaan - vestigen