Vertaling van noodzaken

Inhoud:

Nederlands
Duits
dwingen, noodzaken, verplichten {ww.}
zwingen

wij noodzaken
jullie noodzaken
zij noodzaken

wir zwingen
ihr zwingt
sie zwingen
» meer vervoegingen van zwingen

Je kan me niet dwingen iets te doen wat ik niet wil.
Du kannst mich nicht zu etwas zwingen, das ich nicht tun will.
nood, noodzaak (mv. noodzaken) {zn.}
Notwendigkeit [v] (die ~)


Gerelateerd aan noodzaken

dwingen - verplichten - nood - noodzaak