Vertaling van nou

Inhoud:

Nederlands
Duits
nou, nu, tegenwoordig, thans {bw.}
jetzt
gegenwärtig
nun
enfin, nou, wel, welaan, welnu, zo {tw}
nu
nun
nun wohl


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Nou, laten we gaan.

Na gut, auf geht’s.

Nou, dan neem ik kip.

Dann nehme ich Hühnchen.

Eh, nou is het echt raar...

Oh, jetzt ist es wirklich verwirrend...

Nou, je zou gelijk kunnen hebben.

Nun, es ist möglich, dass du recht hast.

Nou, er zijn wel vreemdere dingen gebeurd.

Gut, es sind schon seltsamere Dinge passiert.

"En wie waren nou die 25?" vroeg Al-Sayib. "Vrienden van je?"

"Wer waren also die 25?", fragte Al-Sayib. "Freunde von dir?"

Als jij nou zegt: "Ik hou van jou," dan zeg ik dat ook tegen jou.

Wenn du „Ich liebe dich!“ sagst, dann werde ich das auch zu dir sagen.

"Nou," zei de verkoopster, en wenkte Dima haar te volgen naar de kassa, "dat is dan 3.000.000,99."

"Gut", sagte die Ladenbesitzerin und bedeutete Dima, dass er ihr zur Registrierkasse folgen solle. "Das macht dann also 3.000.000,99."

"Nou..." zuchtte Dima, keerde zich vervolgens naar de verkoopster en wierp haar een moordzuchtige blik toe, "ik geloof dat ik nu geen keus heb..."

„Nun“, seufzte Dima, drehte sich zur Ladenbesitzerin um und bedachte sie mit einem mörderischen Blick, „dann habe ich wohl jetzt keine andere Wahl ...“


Gerelateerd aan nou

nu - tegenwoordig - thans - enfin - wel - welaan - welnu - zo