Vertaling van ontbreken

Inhoud:

Nederlands
Duits
absent zijn, afwezig zijn, ontbreken, verstek laten gaan {ww.}
nicht vorhanden sein
fehlen
abwesend sein
nich da sein
fort sein

wij ontbreken
jullie ontbreken
zij ontbreken

wir fehlen
ihr fehlt
sie fehlen
» meer vervoegingen van fehlen



Gerelateerd aan ontbreken

absent zijn - afwezig zijn - verstek laten gaan