Vertaling van opbellen
Nederlands
Duits
opbellen {ww.}
anrufen
ik zal opbellen
jij zult opbellen
hij/zij/het zal opbellen
ich werde anrufen
du wirst anrufen
er/sie/es wird anrufen
» meer vervoegingen van anrufen
ik zal opbellen
jij zult opbellen
hij/zij/het zal opbellen
ich werde anrufen
du wirst anrufen
er/sie/es wird anrufen
» meer vervoegingen van anrufen