Vertaling van opbloeien

Inhoud:

Nederlands
Duits
ontluiken, opbloeien {ww.}
zu blühen beginnen
aufblühen

ik zal opbloeien
jij zult opbloeien
hij/zij/het zal opbloeien

ich werde aufblühen
du wirst aufblühen
er/sie/es wird aufblühen
» meer vervoegingen van aufblühen



Gerelateerd aan opbloeien

ontluiken