Vertaling van opbouwen

Inhoud:

Nederlands
Duits
bouwen, opbouwen, timmeren {ww.}
zusammenzimmern
zurechtzimmern
zimmern

ik zal opbouwen
jij zult opbouwen
hij/zij/het zal opbouwen

ich werde zusammenzimmern
du wirst zusammenzimmern
er/sie/es wird zusammenzimmern
» meer vervoegingen van zusammenzimmern



Gerelateerd aan opbouwen

bouwen - timmeren