Vertaling van openmaken

Inhoud:

Nederlands
Duits
opendoen, openen, openmaken {ww.}
öffnen
aufdrehen
eröffnen
aufmachen

ik zal openmaken
jij zult openmaken
hij/zij/het zal openmaken

ich werde aufdrehen
du wirst aufdrehen
er/sie/es wird aufdrehen
» meer vervoegingen van aufdrehen

Koffers openmaken, alstublieft.
Öffnen Sie den Koffer.
Mag ik het raam opendoen?
Darf ich das Fenster öffnen?


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Koffers openmaken, alstublieft.

Öffnen Sie den Koffer.

Kan iemand de deur openmaken alsjeblieft?

Kann jemand bitte die Türe öffnen?


Gerelateerd aan openmaken

opendoen - openen