Vertaling van ophalen
Inhoud:
Nederlands
Duits
ophalen, optrekken {ww.}
hissen
ik zal ophalen
jij zult ophalen
hij/zij/het zal ophalen
ich werde hissen
du wirst hissen
er/sie/es wird hissen
» meer vervoegingen van hissen
beuren, heffen, ophalen, oprichten, tillen, verheffen {ww.}
heben
zücken
erheben
aufheben
zücken
erheben
aufheben
ik zal ophalen
jij zult ophalen
hij/zij/het zal ophalen
ich werde heben
du wirst heben
er/sie/es wird heben
» meer vervoegingen van heben
Hij is sterk genoeg om dat op te tillen.
Er ist stark genug, das zu heben.
Hij is sterk genoeg om dat op te tillen.
Er ist stark genug, das zu heben.