Vertaling van opjagen
Inhoud:
Nederlands
Duits
drijven, aandrijven, opjagen, voortdrijven {ww.}
vor sich hertreiben
jagen
treiben
anfeuern
jagen
treiben
anfeuern
ik zal opjagen
jij zult opjagen
hij/zij/het zal opjagen
ich werde jagen
du wirst jagen
er/sie/es wird jagen
» meer vervoegingen van jagen