Vertaling van opkomen
Inhoud:
Nederlands
Duits
opkomen {ww.}
aufkeimen
ik zal opkomen
jij zult opkomen
hij/zij/het zal opkomen
ich werde aufkeimen
du wirst aufkeimen
er/sie/es wird aufkeimen
» meer vervoegingen van aufkeimen
ontstaan, opkomen, worden {ww.}
werden
erwachsen
erstehen
entstehen
erwachsen
erstehen
entstehen
ik zal opkomen
jij zult opkomen
hij/zij/het zal opkomen
ich werde werden
du wirst werden
er/sie/es wird werden
» meer vervoegingen van werden
Mary wil lerares worden.
Mary möchte Lehrerin werden.
Zij wil simultaantolk worden.
Sie möchte Simultandolmetscherin werden.
opgaan, opkomen, opstaan, rijzen, stijgen, verrijzen, wassen {ww.}
sich erheben
steigen
aufgehen
steigen
aufgehen
ik zal opkomen
jij zult opkomen
hij/zij/het zal opkomen
ich werde steigen
du wirst steigen
er/sie/es wird steigen
» meer vervoegingen van steigen