Vertaling van oplopen
Inhoud:
Nederlands
Duits
oplopen, rijzen, stijgen {ww.}
sich erhöhen
steigen
höher werden
steigen
höher werden
ik zal oplopen
jij zult oplopen
hij/zij/het zal oplopen
ich werde steigen
du wirst steigen
er/sie/es wird steigen
» meer vervoegingen van steigen