Vertaling van oprichten

Inhoud:

Nederlands
Duits
beuren, heffen, ophalen, oprichten, tillen, verheffen {ww.}
heben
zücken
erheben
aufheben

ik zal oprichten
jij zult oprichten
hij/zij/het zal oprichten

ich werde heben
du wirst heben
er/sie/es wird heben
» meer vervoegingen van heben

Hij is sterk genoeg om dat op te tillen.
Er ist stark genug, das zu heben.
Hij is sterk genoeg om dat op te tillen.
Er ist stark genug, das zu heben.
neerzetten, oprichten, opslaan, vestigen {ww.}
aufstellen
zurichten
herstellen
gründen
aufschlagen
aufrichten

ik zal oprichten
jij zult oprichten
hij/zij/het zal oprichten

ich werde aufstellen
du wirst aufstellen
er/sie/es wird aufstellen
» meer vervoegingen van aufstellen

inrichten, oprichten, stichten, vestigen {ww.}
anlegen
aufstellen
eröffnen
einrichten
begründen
etablieren
gründen

ik zal oprichten
jij zult oprichten
hij/zij/het zal oprichten

ich werde anlegen
du wirst anlegen
er/sie/es wird anlegen
» meer vervoegingen van anlegen



Gerelateerd aan oprichten

beuren - heffen - ophalen - tillen - verheffen - neerzetten - opslaan - vestigen - inrichten - stichten