Vertaling van opschudden

Inhoud:

Nederlands
Duits
schokken, schudden, opschudden, wrikken {ww.}
erschüttern
schütteln
schüttern
rütteln

ik zal opschudden
jij zult opschudden
hij/zij/het zal opschudden

ich werde erschüttern
du wirst erschüttern
er/sie/es wird erschüttern
» meer vervoegingen van erschüttern



Gerelateerd aan opschudden

schokken - schudden - wrikken