Vertaling van optreden

Inhoud:

Nederlands
Duits
handelen, ageren, doen, bezig zijn, optreden, te werk gaan {ww.}
machen
handeln
einwirken
sich verhalten
tätig sein
wirken
vorgehen
verfahren
agieren

ik zal optreden
jij zult optreden
hij/zij/het zal optreden

ich werde machen
du wirst machen
er/sie/es wird machen
» meer vervoegingen van machen

We moeten snel handelen.
Wir müssen speditiv handeln.
Wat moet ik doen?
Was muss ich machen?
actie [v], gedoe [o], handeling [v], werking [v], optreden, toedoen {zn.}
Handlung [v] (die ~)
Vorgehen [o] (das ~)
Wirken
Tun
Handeln
Aktion [v] (die ~)
naar buiten komen, optreden, stelling nemen, uitkomen {ww.}
ausschreiten

ik zal optreden
jij zult optreden
hij/zij/het zal optreden

ich werde ausschreiten
du wirst ausschreiten
er/sie/es wird ausschreiten
» meer vervoegingen van ausschreiten

aanbieding [v], presentatie [v], uitvoering [v], voorstelling [v], optreden {zn.}
Vorstellung [v] (die ~)
Vorlegung [v] (die ~)
Darreichung [v] (die ~)
Darstellung [v] (die ~)
Darbietung [v] (die ~)
Geeft u mij een kaartje voor de voorstelling van zeven uur, alstublieft.
Bitte eine Eintrittskarte für die Vorstellung um sieben Uhr.
tussenkomen, optreden, ageren, doen, bezig zijn, handelen, te werk gaan {ww.}
machen
handeln
einwirken
sich verhalten
tätig sein
wirken
vorgehen
verfahren
agieren

ik zal optreden
jij zult optreden
hij/zij/het zal optreden

ich werde machen
du wirst machen
er/sie/es wird machen
» meer vervoegingen van machen

Waarom moet ik dat doen?
Warum muss ich das machen?
Ze doen het elke week.
Sie machen es jede Woche.