Vertaling van opwinding

Inhoud:

Nederlands
Duits
opwinding [v] {zn.}
Aufregung [v] (die ~)
Anfachen
Schüren
Reizung [v] (die ~)
Erregung [v] (die ~)
Anregung [v] (die ~)
Ik was op zoek naar wat opwinding, dus ik besloot de handboeien mee te brengen.
Ich war auf der Suche nach ein bisschen Aufregung, also beschloss ich, die Handschellen mitzubringen.
opwinding [v], vlam [v], vuur [o] {zn.}
Feuer [o] (das ~)
Flamme [v] (die ~)
Het vuur is uitgegaan.
Das Feuer ging aus.
Zwavel brandt met een blauwe vlam.
Schwefel brennt mit blauer Flamme.
opwinding [v] {zn.}
Aufregung [v] (die ~)
Aufgeregtheit [v] (die ~)
Erregtheit [v] (die ~)
opwinding, seksuele geprikkeldheid {zn.}
sexuelle Aufregung
opgewondenheid [v], opwinding [v] {zn.}
Erregtheit [v] (die ~)
Erregtsein
gejaagdheid [v], opwinding [v] {zn.}
Erregtwerden
Sicherregen


Gerelateerd aan opwinding

vlam - vuur - seksuele geprikkeldheid - opgewondenheid - gejaagdheid