Vertaling van opzeggen
Inhoud:
Nederlands
Duits
reciteren, opzeggen, voordragen {ww.}
aufsagen
deklamieren
hersagen
vortragen
deklamieren
hersagen
vortragen
ik zal opzeggen
jij zult opzeggen
hij/zij/het zal opzeggen
ich werde aufsagen
du wirst aufsagen
er/sie/es wird aufsagen
» meer vervoegingen van aufsagen