Vertaling van opzwellen

Inhoud:

Nederlands
Duits
opzwellen, stijf worden, zich oprichten {ww.}
erigieren
sich aufrichten

ik zal opzwellen
jij zult opzwellen
hij/zij/het zal opzwellen

ich werde erigieren
du wirst erigieren
er/sie/es wird erigieren
» meer vervoegingen van erigieren

opzetten, rijzen, uitdijen, zwellen, opzwellen {ww.}
strotzen
schwellen

ik zal opzwellen
jij zult opzwellen
hij/zij/het zal opzwellen

ich werde strotzen
du wirst strotzen
er/sie/es wird strotzen
» meer vervoegingen van strotzen



Gerelateerd aan opzwellen

stijf worden - zich oprichten - opzetten - rijzen - uitdijen - zwellen