Vertaling van ouwehoeren
Inhoud:
Nederlands
Duits
kletsen, lullen, meieren, ouwehoeren, snateren, wauwelen, zemelen {ww.}
schnattern
quatschen
sinnloses Zeug reden
Stuß reden
dummes Zeug reden
quatschen
sinnloses Zeug reden
Stuß reden
dummes Zeug reden
wij ouwehoeren
jullie ouwehoeren
zij ouwehoeren
wir schnattern
ihr schnattert
sie schnattern
» meer vervoegingen van schnattern