Vertaling van overbrengen

Inhoud:

Nederlands
Duits
overbrengen, transporteren, voeren, vervoeren {ww.}
übertragen
befördern

wij overbrengen
jullie overbrengen
zij overbrengen

wir befördern
ihr befördert
sie befördern
» meer vervoegingen van befördern

aanbrengen, melden, overbrengen, verslaan, verslag uitbrengen {ww.}
referieren
rapportieren
berichten
melden
angeben

wij overbrengen
jullie overbrengen
zij overbrengen

wir referieren
ihr referiert
sie referieren
» meer vervoegingen van referieren

aangeven, aanreiken, afdragen, overbrengen, overgeven, toereiken {ww.}
übergeben
überreichen
überliefern
herreichen
einhändigen
aushändigen
angeben

wij overbrengen
jullie overbrengen
zij overbrengen

wir händigen ein
ihr händigt ein
sie händigen ein
» meer vervoegingen van einhändigen