Vertaling van paal

Inhoud:

Nederlands
Duits
paal, heipaal, staak {zn.}
Staket [o] (das ~)
Zaunpfahl [m] (der ~)
Pfahl [m] (der ~)
deurpost [m], paal, post, stijl {zn.}
Stange [v] (die ~)
Mast [m] (der ~)
Pfosten [m] (der ~)
Pfahl [m] (der ~)
Pfeiler [m] (der ~)
baar [v], paal, pijp, roede, schacht, spijl, stang {zn.}
Stange [v] (die ~)
Barre


Gerelateerd aan paal

heipaal - staak - deurpost - post - stijl - baar - pijp - roede - schacht - spijl - stang