Vertaling van paspoort
Inhoud:
Nederlands
Duits
pas , paspoort {zn.}
Reisepaß
Paß
Paß
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Ik ben mijn paspoort kwijt!
Ich habe meinen Pass verloren!
Mag ik uw paspoort even zien?
Kann ich Ihren Pass sehen?
Wilt u me uw paspoort even laten zien alstublieft?
Würden Sie mir bitte Ihren Pass zeigen?
Ik heb uw paspoort en drie foto's nodig.
Ich brauche Ihren Reisepass und drei Bilder.
Als je op de foto in je paspoort begint te lijken moet je op vakantie gaan.
Wenn man beginnt, seinem Passfoto ähnlich zu sehen, sollte man in den Urlaub fahren.
Voor het aanvragen van een nieuw paspoort moet je naar het gemeentehuis.
Zur Beantragung eines neuen Reisepasses muss man zum Rathaus gehen.