Vertaling van pink

Inhoud:

Nederlands
Duits
pink {zn.}
kleiner Finger
bark [v], hulk, pink, schuit [v] {zn.}
Nachen [o] (das ~)
Barke [v] (die ~)
knipogen, knipperen, pinken, tintelogen {ww.}
zwinkern
blinzeln

ik pink

ich zwink(e)re
» meer vervoegingen van zwinkern



Gerelateerd aan pink

bark - hulk - schuit - knipogen - knipperen - pinken - tintelogen