Vertaling van plagen
Inhoud:
Nederlands
Duits
plagen {ww.}
necken
wij plagen
jullie plagen
zij plagen
wir necken
ihr neckt
sie necken
» meer vervoegingen van necken
plagen, pesten {ww.}
plagen
wij plagen
jullie plagen
zij plagen
wir plagen
ihr plagt
sie plagen
» meer vervoegingen van plagen
plagen, teisteren {zn.}
plagen