Vertaling van plassen

Inhoud:

Nederlands
Duits
een plas doen, piesen, pissen, urineren, plassen {ww.}
Wasser lassen
urinieren

wij plassen
jullie plassen
zij plassen

wir urinieren
ihr uriniert
sie urinieren
» meer vervoegingen van urinieren

kabbelen, klapperen, klotsen, plassen, plonzen {ww.}
plätschern
klatschen

wij plassen
jullie plassen
zij plassen

wir plätschern
ihr plätschert
sie plätschern
» meer vervoegingen van plätschern

flodderen, plassen, waden {ww.}
waten

wij plassen
jullie plassen
zij plassen

wir waten
ihr watet
sie waten
» meer vervoegingen van waten

meer [o], plas (mv. plassen) [m], waterplas [m] {zn.}
See
Hoe diep is het meer?
Wie tief ist dieser See?
Hoe diep is het meer?
Wie tief ist der See?
plas (mv. plassen) [m] {zn.}
Lache [v] (die ~)
Pfütze [v] (die ~)
kolk [m], vijver [m], waterplas [m], plas (mv. plassen) {zn.}
Tümpel [m] (der ~)
Weiher [m] (der ~)
Teich [m] (der ~)


Gerelateerd aan plassen

een plas doen - piesen - pissen - urineren - kabbelen - klapperen - klotsen - plonzen - flodderen - waden - meer - plas - waterplas - kolk - vijver