Vertaling van pluizen

Inhoud:

Nederlands
Duits
pluizen, vlokken {ww.}
sich zu Flocken ballen
flocken

wij pluizen
jullie pluizen
zij pluizen

wir flocken
ihr flockt
sie flocken
» meer vervoegingen van flocken

nop, pluis (mv. pluizen), vlok {zn.}
Flocke [v] (die ~)
pluis (mv. pluizen), werk [o] {zn.}
Werg [o] (das ~)
Hede


Gerelateerd aan pluizen

vlokken - nop - pluis - vlok - werk