Vertaling van plunderen

Inhoud:

Nederlands
Duits
ontmaagden, schennen, plunderen {ww.}
den Reiz nehmen von
die Schönheit nehmen von
plündern
schänden
entjungfern
deflorieren

wij plunderen
jullie plunderen
zij plunderen

wir plündern
ihr plündert
sie plündern
» meer vervoegingen van plündern

buitmaken, plunderen, roven, stropen {ww.}
berauben
plündern
rauben

wij plunderen
jullie plunderen
zij plunderen

wir berauben
ihr beraubt
sie berauben
» meer vervoegingen van berauben



Gerelateerd aan plunderen

ontmaagden - schennen - buitmaken - roven - stropen