Vertaling van poepen
Inhoud:
Nederlands
Duits
kakken, ontlasting hebben, poepen, schijten {ww.}
Kot ausscheiden
sicht entleeren
defäkieren
sicht entleeren
defäkieren
wij poepen
jullie poepen
zij poepen
wir defäkieren
ihr defäkiert
sie defäkieren
» meer vervoegingen van defäkieren
drek , ontlasting , drol, keutel, stront, uitwerpselen, vijg, excrementen, faecaliën, faeces, poep (mv. poepen) {zn.}
Fäzes
Exkremente
Kacke
Kot
Exkremente
Kacke
Kot