Vertaling van polsgewricht

Inhoud:

Nederlands
Duits
pols [m], handwortel, polsgewricht {zn.}
Handwurzel [v] (die ~)
Handgelenk [o] (das ~)
pols, polsgewricht {zn.}
Handgelenk [o] (das ~)


Gerelateerd aan polsgewricht

pols - handwortel