Vertaling van potten

Inhoud:

Nederlands
Duits
oppotten, potten, accumuleren, ophopen, opeenhopen {ww.}
aufstauen
auflaufen lassen
aufspeichern
stauen
speichern
aufhäufen
ansammeln
anhäufen
akkumulieren

wij potten
jullie potten
zij potten

wir stauen auf
ihr staut auf
sie stauen auf
» meer vervoegingen van aufstauen

pot (mv. potten), pul, vaas, vat [o] {zn.}
Vase [v] (die ~)
Gefäß [o] (das ~)
Behälter [m] (der ~)
Deze vaas is van ijzer.
Diese Vase ist aus Eisen.
Hou de vaas met beide handen vast.
Halt die Vase mit beiden Händen fest.
kan [m], pan [v], pot (mv. potten) [m] {zn.}
Kanne [v] (die ~)
Topf [m] (der ~)
Krug [m] (der ~)
Hafen [m] (der ~)
De pot verwijt de ketel.
Der Topf wirft dem Kessel vor, dass er schwarz ist.
Er is bijna geen koffie over in de pot.
In der Kanne ist fast kein Kaffee mehr.
doos [v], bak [m], etui [o], foedraal [o], koker [m], korf [m], pot (mv. potten) [m], zak, vat [o], kist [v], fles [v], krat [o], emmer, kruik, urn {zn.}
Besteck [o] (das ~)
Krug [m] (der ~)
Behälter [m] (der ~)


Gerelateerd aan potten

synoniemen

oppotten - accumuleren - ophopen - opeenhopen - pot - pul - vaas - vat - kan - pan - doos - bak - etui - foedraal - koker