Vertaling van pralen
Inhoud:
Nederlands
Duits
paraderen, pralen, prijken, pronken {ww.}
stolzieren
paradieren
prunken
Parade machen
paradieren
prunken
Parade machen
wij pralen
jullie pralen
zij pralen
wir stolzieren
ihr stolziert
sie stolzieren
» meer vervoegingen van stolzieren