Vertaling van proef

Inhoud:

Nederlands
Duits
beproeving [v], poging [v], toetsing [v], proef, test, toets {zn.}
Prüfung [v] (die ~)
Versuch [m] (der ~)
Probe [v] (die ~)
Het is een poging waard.
Es ist einen Versuch wert.
Is hij geslaagd voor de proef?
Hat er die Prüfung bestanden?
experiment [o], proefneming [v], proef {zn.}
Experiment
Versuch [m] (der ~)
Het experiment moet beginnen.
Das Experiment muss beginnen.
monster [o], staaltje [o], proef, proefstuk, specimen, staal {zn.}
Spezimen
Probe [v] (die ~)
Probestück
Muster [o] (das ~)
proeven, smaken {ww.}
durchmachen
auskosten
gustieren
probieren
abschmecken
schmecken
kosten

ik proef

ich mache durch
» meer vervoegingen van durchmachen



Gerelateerd aan proef

beproeving - poging - toetsing - test - toets - experiment - proefneming - monster - staaltje - proefstuk - specimen - staal - proeven - smaken