Vertaling van provianderen
Inhoud:
Nederlands
Duits
bevoorraden, provianderen, spekken, stijven, voorzien van {ww.}
versorgen
ausstatten
versehen
anschaffen
ausstatten
versehen
anschaffen
wij provianderen
jullie provianderen
zij provianderen
wir versorgen
ihr versorgt
sie versorgen
» meer vervoegingen van versorgen