Vertaling van punt

Inhoud:

Nederlands
Duits
punt {zn.}
Point
oog [o], punt, spikkel, stip {zn.}
Punkt [m] (der ~)
deel, deeltje, item, partikel, punt {zn.}
Partikel
Partikelchen
Einzelteilchen [o] (das ~)
piek [v], topje [o], neus, punt, spits, tip, top {zn.}
Zipfel [m] (der ~)
Zinke [v] (die ~)
Zacke [v] (die ~)
Stift [m] (der ~)
Spitze [v] (die ~)
Kulm


Gerelateerd aan punt

oog - spikkel - stip - deel - deeltje - item - partikel - piek - topje - neus - spits - tip - top