Vertaling van racen

Inhoud:

Nederlands
Duits
racen {ww.}
wettrennen
hardlopen, hollen, racen, rennen, snellen, sprinten {ww.}
rennen
eilen

wij racen
jullie racen
zij racen

wir rennen
ihr rennt
sie rennen
» meer vervoegingen van rennen

Ik kan rennen.
Ich kann rennen.
Ik kan rennen.
Ich kann rennen.


Gerelateerd aan racen

hardlopen - hollen - rennen - snellen - sprinten