Vertaling van rapen

Inhoud:

Nederlands
Duits
verzamelen, bijeenbrengen, bijeengaren, bijeenkrijgen, rapen, samenbrengen, verenigen, vergaren, paren, vergaderen, accumuleren, ophopen, opeenhopen {ww.}
aufstauen
auflaufen lassen
aufspeichern
stauen
speichern
aufhäufen
ansammeln
anhäufen
akkumulieren

wij rapen
jullie rapen
zij rapen

wir stauen auf
ihr staut auf
sie stauen auf
» meer vervoegingen van aufstauen

collecteren, innen, inzamelen, oogsten, plukken, rapen, verzamelen {ww.}
sammeln
einsammeln

wij rapen
jullie rapen
zij rapen

wir sammeln
ihr sammelt
sie sammeln
» meer vervoegingen van sammeln

We moeten geld inzamelen.
Wir müssen Geld einsammeln.
Je moet meer informatie verzamelen.
Du musst mehr Informationen sammeln.
knol [m], raap (mv. rapen), raapzaad, aveelzaad {zn.}
Rübe [v] (die ~)