Vertaling van raspen

Inhoud:

Nederlands
Duits
raspen {ww.}
raspeln

wij raspen
jullie raspen
zij raspen

wir raspeln
ihr raspelt
sie raspeln
» meer vervoegingen van raspeln

rasp (mv. raspen) {zn.}
Reibe [v] (die ~)
Raspel [v] (die ~)


Gerelateerd aan raspen

rasp