Vertaling van riek

Inhoud:

Nederlands
Duits
gaffel [v], riek [m], greep, hooivork {zn.}
Forke
geuren, rieken, ruiken {ww.}
riechen
duften

ik riek

ich rieche
» meer vervoegingen van riechen



Gerelateerd aan riek

gaffel - greep - hooivork - geuren - rieken - ruiken