Vertaling van rijkdom

Inhoud:

Nederlands
Duits
rijkdom, rijkdommen, abundantie [v], overvloed [m] {zn.}
Menge [v] (die ~)
Überfluß [m] (der ~)
rijkdom {zn.}
Reichtum [m] (der ~)
fortuin [o], rijkdom {zn.}
Reichtum [m] (der ~)


Gerelateerd aan rijkdom

rijkdommen - abundantie - overvloed - fortuin