Vertaling van roem

Inhoud:

Nederlands
Duits
faam [v], befaamdheid [v], reputatie [v], mare, roem, roep {zn.}
Ruf [m] (der ~)
Leumund [m] (der ~)
Gerücht [o] (das ~)
Hij heeft een goede reputatie.
Er hat einen guten Ruf.
glorie [v], beroemdheid [v], lof, roem {zn.}
Ehre [v] (die ~)
Lobpreisung [v] (die ~)
Verehrung [v] (die ~)
Stolz [m] (der ~)
Zierde [v] (die ~)
Ruhmesglanz
Ruhm [m] (der ~)
Glorie [v] (die ~)
loven, prijzen, roemen, verheerlijken {ww.}
verherrlichen
preisen
rühmen
loben

ik roem

ich verherrliche
» meer vervoegingen van verherrlichen

lof toezwaaien, loven, prijzen, roemen {ww.}
preisen
anpreisen
loben

ik roem

ich preise
» meer vervoegingen van preisen



Gerelateerd aan roem

faam - befaamdheid - reputatie - mare - roep - glorie - beroemdheid - lof - loven - prijzen - roemen - verheerlijken - lof toezwaaien