Vertaling van roer

Inhoud:

Nederlands
Duits
Roer {eigenn.}
Ruhr
geweer [o], roer [o] {zn.}
Büchse [v] (die ~)
Flinte [v] (die ~)
geweer [o], roer [o], schietwapen [o], vuurwapen [o] {zn.}
Gewehr [o] (das ~)
Flinte [v] (die ~)
Schießgewehr
Büchse [v] (die ~)
buis [v], kanaal [o], loop [m], pijp [v], roer [o], steel [m] {zn.}
Röhre [v] (die ~)
Schlauch [m] (der ~)
Rohr [o] (das ~)
stuur [o], roer [o] {zn.}
Steuer [v] (die ~)
Lenkvorrichtung [v] (die ~)
Ruder [o] (das ~)
Lenkrad [o] (das ~)
De politie arresteerde hem wegens dronkenschap achter het stuur.
Die Polizei nahm ihn wegen Trunkenheit am Steuer fest.
roeren, doorroeren, omroeren {ww.}
quirlen

ik roer

ich quirle
» meer vervoegingen van quirlen



Gerelateerd aan roer

Roer - geweer - schietwapen - vuurwapen - buis - kanaal - loop - pijp - steel - stuur - roeren - doorroeren - omroeren