Vertaling van rust

Inhoud:

Nederlands
Duits
rust {zn.}
Ruhe [v] (die ~)
Rust in vrede.
Ruhe in Frieden.
Laat me met rust!
Lass mich in Ruhe!
rust, stilte, stilzwijgen {zn.}
Stille [v] (die ~)
Schweigen [o] (das ~)
pauze, rust {zn.}
Pause [v] (die ~)
Laten we een korte pauze nemen.
Lasst uns eine kurze Pause machen.
De pauze is van 10 uur 40 tot 11 uur.
Wir haben von 10:40h bis 11:00h Pause.
bedaardheid [v], gerustheid [v], rustigheid [v], kalmte, rust {zn.}
Ruhe [v] (die ~)
Stille [v] (die ~)
rusten {ww.}
sich ausruhen
ruhen

ik rust
jij rust
hij/zij/het rust

ich ruhe
du ruhst
er/sie/es ruht
» meer vervoegingen van ruhen



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Rust in vrede.

Ruhe in Frieden.

Laat me met rust!

Lass mich in Ruhe!

Teveel rust is roest.

Wer rastet, der rostet.

Voeg geen zinnen toe uit bronnen waar auteursrecht op rust.

Füge keine urheberrechtlich geschützten Sätze hinzu.


Gerelateerd aan rust

stilte - stilzwijgen - pauze - bedaardheid - gerustheid - rustigheid - kalmte - rusten