Vertaling van rusteloos
Inhoud:
Nederlands
Duits
drukdoenerig, ongedurig, rusteloos, beweeglijk, roerig, actief, bedrijvig, werkzaam {bn.}
agil
tätig
aktiv
rührig
rege
tätig
aktiv
rührig
rege
druk, gejaagd, onrustig, rusteloos, woelig {bn.}
heftig
unruhig
unruhig