Vertaling van ruw

Inhoud:

Nederlands
Duits
beestachtig, bruut, dierlijk, ruw {bn.}
brutal
tierisch
viehisch
vertiert
Vieh-
bobbelig, bultig, oneffen, ruig, rul, ruw, schraal {bn.}
holperig
uneben
rau
verzwickt
grof, hardhandig, lomp, onkies, ruw {bn.}
arg
barsch
grob
derb
rau
hart
taktlos
plump
ruwen {ww.}
aufrauen
anrauen

ik ruw

ich raue auf
» meer vervoegingen van aufrauen



Gerelateerd aan ruw

beestachtig - bruut - dierlijk - bobbelig - bultig - oneffen - ruig - rul - schraal - grof - hardhandig - lomp - onkies - ruwen