Vertaling van samenbinden

Inhoud:

Nederlands
Duits
bijeenbinden, samenbinden, verbinden {ww.}
verbinden
verknüpfen

ik zal samenbinden
jij zult samenbinden
hij/zij/het zal samenbinden

ich werde verbinden
du wirst verbinden
er/sie/es wird verbinden
» meer vervoegingen van verbinden

De nieuwe tunnel zal Brittannië met Frankrijk verbinden.
Der neue Tunnel wird Britannien und Frankreich verbinden.


Gerelateerd aan samenbinden

bijeenbinden - verbinden