Vertaling van schacht

Inhoud:

Nederlands
Duits
schacht, mijnschacht {zn.}
Schacht [m] (der ~)
baar [v], paal, pijp, roede, schacht, spijl, stang {zn.}
Stange [v] (die ~)
Barre


Gerelateerd aan schacht

mijnschacht - baar - paal - pijp - roede - spijl - stang