Vertaling van schamel

Inhoud:

Nederlands
Duits
pover, schamel, sober, karig {bn.}
knapp
empfindlich
gering
schäbig
karg
arm, beklagenswaardig, schamel {bn.}
arm
belabberd, ellendig, miserabel, schamel, schunnig, stumperig {bn.}
elend
erbärmlich
jämmerlich


Gerelateerd aan schamel

pover - sober - karig - arm - beklagenswaardig - belabberd - ellendig - miserabel - schunnig - stumperig