Vertaling van scharrelen
Inhoud:
Nederlands
Duits
het hof maken, scharrelen, vrijen {ww.}
poussieren
schäkern mit
den Hof machen
schäkern mit
den Hof machen
wij scharrelen
jullie scharrelen
zij scharrelen
wir poussieren
ihr poussiert
sie poussieren
» meer vervoegingen van poussieren
klauwen, krabben, krauwen, scharrelen {ww.}
kratzen
wij scharrelen
jullie scharrelen
zij scharrelen
wir kratzen
ihr kratzt
sie kratzen
» meer vervoegingen van kratzen
Ik hoor een kat aan het venster krabben.
Ich kann eine Katze am Fenster kratzen hören.
aan de scharrel zijn, fladderen, flirten, scharrelen, wapperen {ww.}
wehen
poussieren
hin- und herflattern
gaukeln
flattern
tändeln
liebeln
herumflattern
flirten
poussieren
hin- und herflattern
gaukeln
flattern
tändeln
liebeln
herumflattern
flirten
wij scharrelen
jullie scharrelen
zij scharrelen
wir poussieren
ihr poussiert
sie poussieren
» meer vervoegingen van poussieren